Overijssel – Transisalania vulgo Over-Yssel.; R. & J. Ottens / N. Visscher II – 1725-1750

Reinier Ottens (1698-1750) / Josua Ottens (1704-1765) / Nicolaes Visscher II (1649-1702) / Nicolaas ten Have (1604-1650).

Fraaie oudtijds gekleurde antieke kaart van de provincie Overijssel. Uitgegeven in een verzamelatlas door Reinier en Josua Ottens te Amsterdam.

345,00

1 in stock

Description

Linksonder titelcartouche met wapen van Overijssel en gedecoreerd met een visser, schaapsherder en turfsteker. Rechtsonder een cartouche ‘Verklaringe der Teeckenen’.

Details

  • Type: carthografische prent
  • Volledige titel: Transisalania vulgo Over-Yssel.
  • 1725-1750
  • Techniek: kopergravure met oudtijdse kleuring
  • Carthograaf: Nicolaas ten Have
  • Graveur: Nicolaes Visscher II
  • Atlas (..) door Reinier &. Joachim Ottens te Amsterdam
  •   44.5 x 57.0 cm. (17.5 x 22.4 inches)
  • 48.5 x 60.5 cm (19.1 x 23.8 inches)
  • Verso: blank
  • 7200P
  • Bron: Koeman III Vi [71*/235] / Koeman III Ott [140]

 

Conditie: A

Zeer goed, gegeven de leeftijd. Middenvouw als uitgegeven met voldoende marges. Scherpe afdruk met fraaie oudtijdse kleuring. Paar vlekjes in de ondermarge

Achtergronden

The Ottens family

Joachim Ottens (1663-1719) was a professional copper-engraver. On 2 june 1710 he became a member of the art- and printsellers guild. After Joachim’s dead his widow continued business until 1725. In a notary contract dated 20 october 1726, the partnership between the two brothers, Reinier (1698-1750) and Joshua (1704-1765), was stipulated. The firm flourished mainly between 1719 and 1750.

Ottens’s greatest fame comes from the voluminous atlases assembled to order. A small number of these so-called ‘Atlas Factice’, splendid copies with gorgeous illumination, have escaped destruction. These collector’s copies are known to exist in 2, 6, 8, 11, and even 15 volumes. The copy in six volumes in the Teylers Museum, Haarlem, is unsurpassed in its splendid colouring. If one atlas listed in Atlantes Neerlandice had to be nominated as the non plus ultra for its colouring, it would be Ottens altas in the Teylers Museum.

For the composition of the atlases to order, the Ottens assembled nearly every map of Dutch origin, available at that time; province maps, polder maps, town maps, often in 4-8 sheets, were included. Special title-pages for the separate volumes were printed. The allegorical frontispieces were often taken from the stock left by the sale of the Blaeu atlas.

Nicolaas ten Have (1604-1650)

Het duurde het tot het midden van de 17de eeuw voordat er een betrouwbare kaart van Overijssel beschikbaar kwam. Tussen 1640 en 1650 werd de provincie in kaart gebracht in opdracht van de Staten van Overijssel door Nicolaas ten Have, conrector van de Latijnse School in Zwolle. Zijn fraaie overzichtskaart kwam eindelijk uit in 1650.

Nicolaas ten Have was conrector aan de Latijnse school te Zwolle. In die jaren liep er een geschil tussen de Twentse drost, Johan van Raesfelt, en Drenthe over de grens met het landgoed de Eze bij Steenwijk, waarvan Van Raesfelt de eigenaar was. De drost had zich op de landdag van 24 maart 1639 beklaagd dat de Drenten zich in het proces beriepen op een kaart waarop de grenzen van Overijssel zijns inziens onjuist waren aangegeven. Daarop besloten Ridderschap en Steden van Overijssel de Gedeputeerde Staten op te dragen ‘een betere ende perfecte lantcaerte van dese provintie’ te laten maken. Aan de resolutie werd de opmerking toegevoegd: ‘doer de lantmeeter deser landtschap’. Achteraf werd ‘de lantmeeter’ veranderd in ‘een lantmeeter’. In de zeventiende eeuw was de bekwaamheid van een gewone landmeter zeker niet toereikend voor het maken van grote gewestkaarten. Het is heel wel mogelijk dat Rutger van Haersolte, sedert 1633 gedeputeerde in het college, de Staten hierop heeft gewezen en zijn oude studiegenoot uit Leiden als kartograaf van academisch niveau heeft aanbevolen. Hoe het ook zij, Ten Have kreeg het werk opgedragen.