Overijssel – Transisalania Provincia; Vulgo Over-Yssel. (..).; Frederik de Wit – 1680 ca.

Frederik de Wit (1630-1706).

Oudtijds gekleurde antieke kaart van de provincie Overijssel. Uitgegeven door Frederik de Wit.

Contemporary colored antique map of the province of Overijssel. Published by Frederik de Wit.

225,00

1 in stock

Description

Met titelbalk boven. Linksonder carthouche met wapen van Overijssel en gedecoreerd met een visser, turfsteker en wat vee. Rechtsonder een cartouche ‘Verklaringe der Teeckenen’.

Details

  • Type: cartografische prent
  • Titel: Transisalania Provincia; Vulgo Over-Yssel Auctore N. Ten Have Emendata A.F. de Wit.
  • Publicatie: 1680 ca.
  • Techniek: kopergravure, oudtijds gekleurd
  • Carthograaf: Nicolaes ten Have
  • Atlas. Amstelodami, apud Fredericum de Wit. door Frederik de Wit in Amsterdam
  • 46.5 x 54.0 cm. (18.3 x 21.3 inches)
  • 51.5 x 57.5 cm (20.3 x 22.6 inches)
  • Verso: blank
  • 2000a P
  • Bron: Koeman III Wit 8 [121]

 Condition: B

Goed, gegeven de leeftijd. Met middenvouw als uitgegeven en ruime marges. Enkele scheurtjes in de marges en een split in beide marges, boven tot in beeld. Allen verstevigd aan het verso zonder beeldverlies. Scherpe afdruk op egaal verkleurd blad.

Backgrounds

Frederik de Wit (1630-1706)

Frederik de Wit was een Nederlands graveur, drukker en uitgever uit Gouda. Hij vestigde zich rond 1648 in Amsterdam in “De Witte Pascaert”. De eerste door De Wit gegraveerde én gedateerde kaarten waren zeekaarten uit 1654. Rond 1660 verschenen de wereldkaart Nova Totius Terrarum Orbis Tabula, een samengestelde wandkaart van ca. 140 x 190 cm. De datering van De Wit’s kaarten, atlassen en stedenboeken is moeilijk. Op de meeste kaarten werd namelijk geen jaartal vermeld en de uitgaven bestreken vele jaren. De atlassen begonnen rond 1670 te verschijnen. De atlas der Nederlanden heette Nieuw Kaertboeck van de XVII Nederlandse Provinciën en telde ruim 20 kaarten. De stedenboeken verschenen omstreeks 1695 op de markt. Ze werden mede met koperplaten van Blaeu en Janssonius gedrukt. Na zijn dood werden De Wit’s koperplaten verkocht aan o.a. Pieter Mortier, Petrus Schenck en de gebroeders Ottens.

Frederik de Wit was a Dutch engraver, printer and publisher from Gouda. He settled in Amsterdam around 1648 in “De Witte Pascaert”. The first maps engraved and dated by De Wit were nautical charts from 1654. The world map Nova Totius Terrarum Orbis Tabula was published around 1660, a composite wall map of approximately 140 x 190 cm. The dating of De Wit’s maps, atlases and city books is difficult. The year was not mentioned on most cards and the editions covered many years. The atlases began to appear around 1670. The atlas of the Netherlands was called Nieuw Kaertboeck of the XVII Dutch Provinces and counted more than 20 maps. The town books appeared on the market around 1695. They were also printed with copper plates by Blaeu and Janssonius. After his death, De Wit’s copperplates were sold to Pieter Mortier, Petrus Schenck and the Ottens brothers.

Nicolaas ten Have (1604-1650)

Het duurde het tot het midden van de 17de eeuw voordat er een betrouwbare kaart van Overijssel beschikbaar kwam. Tussen 1640 en 1650 werd de provincie in kaart gebracht in opdracht van de Staten van Overijssel door Nicolaas ten Have. Zijn fraaie overzichtskaart kwam eindelijk uit in 1650. Claes Jansz. Visscher maakte in 1652 een eigen verkleining op atlasformaat, die in vrijwel alle atlassen van de zeventiende en de achttiende eeuw is herdrukt. Tot in de negentiende eeuw heeft Ten Have het kaartbeeld van Overijssel bepaald; pas toen werd dat door nieuwe methoden verdrongen. In elk geval hebben wij het historische kaartbeeld van Overijssel aan hem te danken.

Nicolaas ten Have was conrector aan de Latijnse school te Zwolle. In die jaren liep er een geschil tussen de Twentse drost, Johan van Raesfelt, en Drenthe over de grens met het landgoed de Eze bij Steenwijk, waarvan Van Raesfelt de eigenaar was. De drost had zich op de landdag van 24 maart 1639 beklaagd dat de Drenten zich in het proces beriepen op een kaart waarop de grenzen van Overijssel zijns inziens onjuist waren aangegeven. Daarop besloten Ridderschap en Steden van Overijssel de Gedeputeerde Staten op te dragen ‘een betere ende perfecte lantcaerte van dese provintie’ te laten maken. Aan de resolutie werd de opmerking toegevoegd: ‘doer de lantmeeter deser landtschap’. Achteraf werd ‘de lantmeeter’ veranderd in ‘een lantmeeter’. In de zeventiende eeuw was de bekwaamheid van een gewone landmeter zeker niet toereikend voor het maken van grote gewestkaarten. Het is heel wel mogelijk dat Rutger van Haersolte, sedert 1633 gedeputeerde in het college, de Staten hierop heeft gewezen en zijn oude studiegenoot uit Leiden als kartograaf van academisch niveau heeft aanbevolen. Hoe het ook zij, Ten Have kreeg het werk opgedragen.