Plums – Fructus prunorum – Pruimen – insects / XLVII.; Maria Sibylla Merian & J.F. Bernard – 1730
Maria Sibylla Merian (1647 – 1717).
Handcolored print of Prums by Maria Sibylla Merian. From Histoire des Insectes de l’Europe, the French edition of the famous Der Raupen wunderbare Verwandelung und sonderbare Blumennahrung (..).
Handgekleurde prent van pruimen door Maria Sibylla Merian. Uit Histoire des Insectes de l’Europe, een Franse edition van het beroemde Der Raupen wunderbare Verwandelung und sonderbare Blumennahrung (..).
€345,00
1 in stock
Description
Details
- Type: natural history print, botany, entomology
- Title: Fructus prunorum, Plate 47
- Technique: copper engraving with later coloring
- Illustrator: Maria Sibylla Merian
- Engraver: Maria Sibylla Merian
- Author: Maria Sibylla Merian
- Entomologist / Botanist: Maria Sibylla Merian
- Date: 1730
- Published in: Histoire des Insectes de l’Europe. Dessinée d’après nature par Marie Sibille Merian … Où l’on traite de la Generation & des différentes Metamorphoses des Chenilles, Vers, Papillons, Mouches & autresInsectes; & des Plantes, des Fleurs & des Fruits dont ils se nourissent, Traduite du Hollandois en Francois par Jean Marret. by Jean Frederic Bernard in Amsterdam
- Size print: 14.5 x 10.8 cm. (5.7 x 4.3 inches)
- Size paper: 20.5 x 16.5 cm (8.1 x 6.4 inches)
- Verso: blank
- ID: 9250 B/E
- Source: Nissen 1342, Landwehr 136
Condition
Excellent, given age. General age-related toning and/or occasional minor spots and defects from handling. Sharp print on laid paper with clear coloring.
Excellent, gegeven de leeftijd. Scherpe afdruk op gelegd papier met heldere inkleuring en een enkel vlekje.
Backgrounds
This print is from the French translation of ‘De Europische Insecten’ by Maria Sibylla Merian, published in 1730 by J.F. Bernard in Amsterdam. This edition was published in folio, with four plates on one leaf. Although the book is a work on entomology, the depicted insects are unidentified. However, each cupperplate features a number of moths, butterflies, flies and their associated larvae and caterpillars. The prints were earlier published in Merian’s Blumenbuch (1675-1680), Der Raupen wunderbare Verwandelung und sonderbare Blumennahrung (..) (1679-1683) and the dutch edition Der rupsen begin, voedzel en wonderbaare verandering (1712-1717).
Maria Sibylla Merian (Frankfurt, 1647-Amsterdam, 1717) was a naturalist and scientist who studied plants and insects. She also made detailed paintings of the subjects she studied. Her biological father was the engraver and publisher Matthaus Merian, and when he died, Merian’s mother married Jacob Marrel. It was Marrel who encouraged young Maria Sibylla to start painting, and at the age of 13 she had painted her first insects and plants. Her study of insects, and especially the metamorphosis from caterpillar to butterfly, was much celebrated in high society. It contested the notion that insects were “born from mud” in spontaneous generation. Merian studied specimens (partly in her own captivity), and described the life cycles of 186 insect species. Although she was correct in her notion of caterpillar metamorphosis, and several scientists in her time already adhered to this idea, the contemporary scientific language was still Latin. So, although her work was widely read and praised by the gentry as it was written in the vernacular, scientists took little notice of Merian’s hard work. She wrote a similar work on the insects of Surinam during her stay there, from 1699 to 1701. Shortly before her death, Tsar Peter the Great saw (and greatly admired) her work in Amsterdam. This resulted in the acquisition of a number of Merian’s works into the collections of the Tsar. Merian’s works are admired and collected until today for their artistic merit.
Deze prent is afkomstig uit de Franse vertaling van ‘De Europische Insecten’ door Maria Sibylla Merian, uitgegeven in 1730 door J.F. Bernard in Amsterdam. Deze uitgave is gepubliceerd in folio, met vier platen per pagina. Hoewel het boek een werk is over entomologie, zijn de afgebeelde insecten niet geïdentificeerd. Op iedere kopergravure staan een aantal motten, vlinders, vliegen en de bijbehorende larven en rupsen. De prenten werden eerder gepubliceerd in Merian’s Blumenbuch (1675-1680), Der Raupen wunderbare Verwandelung und sonderbare Blumennahrung (..) (1679-1683) en de Nederlandse editie Der rupsen begin, voedzel en wonderbaare verandering (1712-1717).
Maria Sibylla Merian (Frankfurt, 1647-Amsterdam, 1717) was een natuuronderzoeker en wetenschapper die planten en insecten bestudeerde. Ook maakte ze gedetailleerde schilderijen van de onderwerpen die ze bestudeerde. Haar biologische vader was de graveur en uitgever Matthaus Merian, en toen hij stierf, trouwde Merians moeder met Jacob Marrel. Het was Marrel die de jonge Maria Sibylla aanmoedigde om te gaan schilderen, en op 13-jarige leeftijd had ze haar eerste insecten en planten geschilderd. Haar studie van insecten, en vooral de metamorfose van rups tot vlinder, werd veel gevierd in de high society. Het betwistte het idee dat insecten spontaan werden “geboren uit modder”. Merian bestudeerde exemplaren (deels in eigen gevangenschap) en beschreef de levenscycli van 186 insectensoorten. Hoewel ze gelijk had in haar idee van de metamorfose van rupsen, en verschillende wetenschappers in haar tijd al aan dit idee vasthielden, was de hedendaagse wetenschappelijke taal nog steeds Latijn. Dus hoewel haar werk alom werd gelezen en geprezen omdat het in de volkstaal was geschreven, schonken wetenschappers weinig aandacht aan het harde werk van Merian. Ze schreef een soortgelijk werk over de insecten van Suriname tijdens haar verblijf daar, van 1699 tot 1701. Kort voor haar dood zag (en bewonderde) tsaar Peter de Grote haar werk in Amsterdam. Dit resulteerde in de verwerving van een aantal werken van Merian in de collecties van de tsaar. De werken van Merian worden tot op de dag van vandaag bewonderd en verzameld vanwege hun artistieke verdiensten.